- difficile
- difficile [diefiesiel]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., m. & v.〉, difficilement [diefiesielmã] 〈bijwoord〉1 moeilijk ⇒ zwaar, moeizaam ⇒ 〈bijwoord ook〉 met moeite2 〈alleen bijvoeglijk naamwoord〉moeilijk ⇒ ingewikkeld3 〈alleen bijvoeglijk naamwoord〉ontoegankelijk ⇒ onbegaanbaar4 〈alleen bijvoeglijk naamwoord〉pijnlijk ⇒ triest, hachelijk5 〈alleen bijvoeglijk naamwoord; van personen〉lastig ⇒ veeleisend, kieskeurig♦voorbeelden:1 〈België〉 avoir difficile • moeite hebbenil m'est difficile d'en parler • het valt me zwaar erover te sprekencela est difficile à réussir • het is moeilijk om daarin te slagengagner difficilement sa vie • moeilijk rondkomenle difficile • het moeilijke3 un sentier d'accès difficile • een moeilijk begaanbaar pad4 un moment difficile dans la vie • een pijnlijk moment in het levensituation difficile • hachelijke situatie5 âge difficile • lastige leeftijdfaire le (la) difficile • te veeleisend zijntu vas pas faire le difficile n'est-ce pas? • je gaat toch niet moeilijk zitten doen, hè?→ critiqueadj1) zwaar, moeizaam2) moeilijk, ingewikkeld3) onbegaanbaar4) pijnlijk, hachelijk5) veeleisend, kieskeurig
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.